De stad van de mijnen
Door: Esther
Blijf op de hoogte en volg Esther
22 Augustus 2007 | Bolivia, Potosí
Residencial Felcar bleek een prima hostel te zijn. Ik had een kamer waar precies twee bedden in pasten (maar er stond er gelukkig maar één), die met de deur uitkwam op de patio. Na een paar uurtjes tukken deed ik slaperig mijn deur open en stond meteen midden tussen alle ontbijtende gasten - oeps! Nou maakt het als backpacker niet zo heel veel uit hoe je er uit ziet, maar hier was ik niet op voorbereid. Wat een grap! Dit hostel zat vol met Fransen en een paar Nederlanders, leuke meiden. Céline en Jeremy woonden inmiddels een tijdje in Frans Guinea. Het klikte super met haar, ze had m´n zus wel kunnen zijn, blond haar en groene ogen, ook al hadden we helemaal niet veel tijd om met elkaar op te trekken. En de Duitsers Felia en Valentin verbleven hier ook. Genoeg mensen om me heen dus - en dat is iets wat heel anders is dan mijn eerste reis naar Bolivia. Ik ben hier eigenlijk nog geen moment alleen geweest en kom steeds weer mensen tegen. Hartstikke leuk. Zit je zomaar ineens met een Fransman (Sylvain) maté te drinken in de zon.
Eerst maar eens op mijn gemak de stad verkennen. Ik had verwacht dat het een rokerige duistere stad zou zijn, maar niets is minder waar. Potosi is leuk met al zijn kleine straatjes en onverwachte pleintjes, ik heb het er prima naar mijn zin gehad. Ik heb geen tocht naar de mijnen gedaan omdat met dat echt eng leek en wetende dat er nu nog steeds mensen werken, dat leek me nogal heftig. Ik had de video van Eddy en Marieke gekeken in Holland en hoorde heel wat interessante verhalen - maar toen ik een Duitser tegenkwam op krukken omdat hij zes meter naar beneden was gekukeld en met touwen omhoog moest worden gehezen vond ik dat ik genoeg ervaring had opgedaan via de verhalen en er niet meer heen hoefde. Maar voor alle geïnteresseerden onder ons - het is wél de moeite waard :-).
De volgende dag wilde ik de hot spring bezoeken. Er schijnen er meerdere te zijn en mijn oog was gevallen op Tarapaya, omdat die goed stond aangeschreven in de Lonely Planet. Iedereen in het hostel had andere plannen, maar uiteindelijk kwamen we elkaar allemaal weer tegen bij de thermal baden daar. Voor één Bol pakte ik de micro naar de markt, waar ik voor vier Bol van micro wisselde. De bus bracht me naar het stadje waar allemaal overdekte baden waren, vol met Bolivianen. Er waren allemaal stroompjes water te zien met gloeiheet water onderweg. Ik had het idee dat er ook een buitenbad was en ging op pad.
Twee kilometer van het dorpje was er een wandelroute in de bergen naar boven, die uitkwam bij een rechthoekig bad, wat heel heet was. Er zat een Boliviaanse familie te genieten van alle rust en ik vroeg ze of dit het bekende bad was. Maar er bleek er nog een te zijn, een stukje hogerop de berg. Wat een wonder weer om dit zo spontaan tegen te komen: eenmaal boven zag ik een prachtig groen meer, omgeven door gekleurde bergen met verder helemaal niets. De Duitsers en Suus en Sabine (de Hollanders) bleken al een paar uur op dit plekje te liggen. Met de wind was het best fris in ons bikinitje, maar het water was 30 graden en dus heerlijk. Het lekkerste water waar ik ooit in heb gezwommen! En ook al leek het niet groot, er leek geen eind aan te komen als je van de ene naar de andere kant probeerde te zwemmen. In het midden was het iets warmer. En wat ik later hoorde, wat ik op dat moment echt niet had willen weten: ze schatten de diepte op zo´n drie kilometer - meine Güte! Maar goed, dat hoorde ik gelukkig pas achteraf.
Ik besloot nog een uurtje te blijven toen de rest weer richting Potosi wilde gaan en zat heel even helemaal alleen op dit prachtige plekje. Tot ik een jongen aan zag komen lopen. Dat je Hollanders alleen al aan hun houding herkent hè. Hij heette Jimme, woonde ook in Rotterdam en vertelde dat dit het bad van de Inca was. Maar hij had helaas geen zwemspullen mee. Nou ja, als dit echt het bad van de Inca was dan moet je er maar met je boxershort induiken. Hij aarzelde geen seconde en dook erin. We kwamen in gesprek met de meneer die daar iedereen netjes om entreegeld vroeg en hij wist heel wat legendes over het meer en over de overleden inca´s in de bergen te vertellen. Toen de schaduw begon te vallen lieten we een bericht achter in het gastenboek om op zoek te gaan naar de laatste micro´s richting Potosi.
Dit is een tweede magische plek (komt in het rijtje Pumamarca) voor degenen die Bolivia aan gaan doen ECHT de moeite waard, want niet iedereen weet dit te vinden. Het was een cadeautje.
Bij het bad iets meer naar beneden scheen een van de warmwaterbronnen zichtbaar te zijn, waar het water kokend kolkte. Mooi gezicht en een toffe ervaring.
Met Jimme zou ik die avond een hapje gaan eten. Hij wilde nog even naar de Chinese markt om te kijken of hij zijn gestolen camera weer kon vinden, maar had helaas geen succes. We belanden in een superdeluxe tentje, waar het eten heerlijk was en we nog een hele tijd met de Spaanse eigenaar en zijn dochter hebben zitten kletsen. Het kost me echt moeite om daar 10 euro aan uit te geven, omdat ik daar hier normaal gesproken een paar dagen van kan leven. Maar goed. Af en toe jezelf verwennen moet kunnen. Dus na een wijntje, nog lekker aan de koffie met Baileys (zo lust ik ze wel :-) en uiteindelijk met de obers in een gigantische luxe jeep naar de disco. Hier was ik helemaal niet op voorbereid, want geen makeup, zout in mijn haar, reisbroek aan met timberlands, maar goed, dat zijn vaak de leukste avonden, dus ik ging ervoor. Want ik was nog nooit in een Boliviaanse discotheek geweest.
Voor de verandering een keer helemaal mijn muziek (ipv de techno in Argentinië), maar niemand, op twee buitenlanders na, kwam boven mijn schouders uit. Bolivianen zijn echt niet mijn doelgroep, geef mij maar lekkere Argentijnen, maar goed die waren hier niet te vinden. Supergedanst met de ober (Ruub ik mis je), die zo´n twintig centimeter kleiner was en ´het nog nooit met een buitenlander had gedaan´. Nou zet dat maar uit je hoofd vriend, want daar moet ik je toch minstens aantrekkelijk voor vinden en dat ging niet helemaal lukken. Maar goed, wel leuk gedanst. Uiteindelijk had ik het wel een beetje gezien en had de ober ook wel door dat het niet ging werken en zei ik Jimme gedag en ging er vandoor. Mijn laatste nachtje Potosi, want ik zou de volgende dag naar mijn geliefde Sucre gaan, de witte stad.
Daar was ik natuurlijk al een keer geweest en ik had zo´n zin om er naar terug te keren. Ik pakte om 12.30 uur de bus en er was nogal wat constanatie. Fabrice (Fransman) bleek een ongeldig ticket te hebben gekocht bij een vervalser, maar mocht gelukkig toch mee. En er zat een Engelsman naast me die een verhaal vertelde dat hij van de buschauffeur zijn rugzak niet op de grond mocht hebben staan, maar boven neer moest leggen. En terwijl we het er over hebben en iemand anders binnenloopt met de boodschap dat we echt op onze spullen moeten letten, merkt de Engelsman op dat zijn rugzak was gestolen. Nee hè. Ik was net zo relaxed aan het reizen, maar bedacht me dat ik echt weer wat extra veiligheidsmaatregelen moet nemen. Memorycard van camera in mijn bh, net als mijn bankkaarten. Lang leve de pushups met kussentjes, want daar kun je mooi alles zichtloos in wegstoppen. Ik besloot toch ook maar een reservekopie van mijn laatste foto´s te maken, want ook die wil ik echt niet kwijt. Paspoort en camera is vervangbaar, maar foto´s en je dagboek, dat moeten we niet hebben.
Balen voor die jongen, maar gelukkig zat er niet heel veel in. Het werd een hobbelige lange warme rit van drie uur. Een van de kortste ritjes, maar hij leek uren te duren. Wel leuk onderbroken door een loslopende puppie die de bus aan het verkennen was en door iedereen werd opgepakt.
Met alle buitenlanders stapten we in een micro naar het centrum. Met al onze rugzakken paste er niemand meer bij, arme Bolivianen. Het hostel van de vorige keer was van eigenaar en prijs veranderd, dus besloot ik de rest op te zoeken in la ciudad blanca. Net als in Potosi een prima hostel met aardige mensen, heel centraal en met een aardige mevrouw. Fabrice en Stéphanie (Frans) en Jan (een Tsjechische Zweed) en Natalie (Frans). Weer heel wat mensen om me heen en reuze gezellig. We kwamen elkaar ´s avonds tegen in JoyRide, een restaurant dat wordt gerund door een Hollander en op zichzelf al een hele beleving was (Ruub je zou het geweldig vinden, ik zou het je echt graag willen laten zien). Er stonden Hollandse dingen als kroketten op het menu en zat vol met buitenlanders. En hier kwam ik Dagmara en Werner uit Nijmegen weer tegen, twee superleuke Hollanders die ik tijdens het ontbijt in Potosi had ontmoet. We kletsten elkaar de oren van de kop en glimlachten gelukzalig terwijl we over onze reizen babbelden. En tatatata, ook hier weer de Uruguyaanse meiden, het is geen toeval! Dat was dus een hele gezellige avond met z´n allen. En voor het eerst zat ik hier met allemaal 33-jarigen en voelde ik me zowaar jong ;-). Maar heerlijk, want de meesten waren vrijgezel en al snel werden er verhalen uitgewisseld. Iedereen zijn eigen ervaringen, maar ik voelde me er heel erg bij thuis. Dat heb ik zowiezo wel met de meeste mensen die je ontmoet. Het zijn toch allemaal mensen die van avontuur houden, mensen en culturen willen ontmoeten en een andere taal willen leren kennen. Het is heerlijk om zoveel mensen te ontmoeten met dezelfde interesses en dezelfde honger naar Zuid-Amerika. Fabrice had gehoord dat het prachtig was om bij nacht naar de mirador te gaan, dus klommen we zes straten omhoog om het uitzicht in het donker met alle straatlichten te bekijken. En dat was de moeite waard.
Ik kon het natuurlijk niet laten om een paar dagen in Sucre te blijven in plaats van kort, want ik ben dol op deze stad. De volgende dag was ik van plan om de begraafplaats en het park te bekijken, maar zover kwam het niet eens. Om twaalf uur had ik honger en besloot ik de Mirador, het café boven aan de berg met heerlijk vers eten, een prachtig uitzicht met mooie bloemen en de vrolijke Italiaanse eigenaar, te bezoeken. Ik bestelde een verse sinaasappelaardbeiensap met een verse walnotenpasta en heb tot zes uur ´s avonds in het zonnetje genoten. Me insmerend, toch verbrandend en lekker een boekje lezen, waarbij Natalie me later vergezelde. Verder NIETS gedaan, behalve gelukzalig van deze stad genoten.
Om vandaag (hé ik ben weer bij!!) dan toch de begraafplaats en het park te bekijken. Het park was klein maar vol fotogenieke Bolivianen die ik stiekem op de foto heb gezet. Alhoewel, stiekem, toen ik ze later bekeek bleken heel wat Bolivianen recht in de lens te kijken. Oeps, want helemaal netjes is dat natuurlijk niet. Maar het zijn wel mooie plaatjes - ben blij met mijn superzoom. De begraafplaats was prachtig met alle kleuren. Heel groot, en schoon en luxe. Met een paar grote gebouwen in het begin en muren vol met platen en verse bloemen en af en toe een verjaardagskaartmelodietje of Für Elise - heel bijzonder. Helemaal aan het einde links zag ik allemaal witte minihuisjes met een zwart kruis en rechts zag ik allemaal minihuisjes met een wit kruis. Er was een begrafenis aan de gang met heel veel traditionele Bolivianen - heel indrukwekkend om dat te zien.
Bij de uitgang leerde ik Marieke en Sylvia uit Deventer kennen. Zo kom je een paar maanden geen Hollander tegen, zo loop je ze in elke stad tegen het lijf. Ook mijn leeftijd en superleuke meiden, die wel zin hadden in een lunch bij de Mirador. Er is geen stilte gevallen - want er waren weer zoveel herkenningen in onze verhalen en ervaringen, het leek weer eens geen toeval. En de Mirador is populair, want ook Natalie en Werner en Dagmara waren er te vinden. Dus wederom weer een hele middag Mirador. I love it! Echt een paradijselijk plekje.
Toen de zon onder ging besloot ik mijn busticket naar Cochabamba (volgende stop) vast te leggen. Want vandaag zijn ze in Sucre weer enigszins begonnen met demonstreren, omdat ze Sucre als hoofdstad willen en La Paz hier niet over wil praten (hé deze reden hadden we nog niet gehad). Niks gevaarlijks, dus maak je geen zorgen, maar ze waarschuwen wel weer voor blokkades - en dat moeten we natuurlijk niet hebben, want ik ben inmiddels langzaam maar zeker op weg naar Nederland voor de bruiloft van Noor en Wim. Maar voorzover ze weten is het morgen nog geen probleem en als ik maar in Cochabamba ben dan zie ik van uit daar wel weer verder. Kan ik in ieder geval de t-shirts voor Inti Wara Yassi regelen (ik kan niet wachten) en nog heel even mijn apen zien voor ik weer terug ga naar Peru. Ik laat jullie gauw weer weten waar ik uithang.
Dikke kus,
Esther
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley